@ Elise Buntinx

SOFT POWER

De aanbevelingen van BMA zijn niet bindend. De nood om te overtuigen, dwingt BMA om telkens opnieuw relevante analyses te maken, inhoudelijke argumenten te ontwikkelen en deze helder te communiceren. Men spreekt in dit verband van soft power: een vorm van urban design governance waarbij de overheid op een semi-formele wijze optreedt, en invloed wil uitoefenen op een andere manier dan via regelgevende macht. Natuurlijk is het hele corpus van wetgeving, reglementering, vastgestelde plannen en afdwingbare normen van belang – die zorgen voor een minimaal kwaliteitsniveau – maar ze volstaan niet. Om excellentie te bereiken zijn alternatieve en doorgaans meer informele mechanismen vereist.

In Brussel neemt de bouwmeester die rol van soft power op, en is daardoor dus fundamenteel verschillend in vergelijking met het hoofd van de planningsadministratie, de beslisorganen voor een vergunning of de ‘hoofdarchitect’ van een stad. BMA werkt vanuit een onafhankelijke positie, zowel politiek neutraal als zonder enige hiërarchische band ten opzichte van de andere overheidsinstellingen, de beroepssector of het maatschappelijk middenveld.

Terwijl de onafhankelijkheid van het BMA-mandaat absoluut te koesteren is, wordt ze ook bepaald door het moeilijke evenwicht waar elke bouwmeester naar op zoek moet. Het politieke niveau kan een bouwmeester al snel een stoorzender vinden en buitenspel zetten, terwijl het vakmilieu hem of haar al even gauw wegzet als een kleine soldaat zonder geloofwaardigheid. Ergens tussen die uitersten bevinden zich posities die de bouwmeester kan innemen om een reële impact te hebben.