[SHOULD I GO]

[SHOULD I STAY OR SHOULD I GO ?]

 

De afgelopen maanden is er een Brussel een discussie op gang gekomen over de houdbaarheidsdatum van verschillende ‘iconische’ gebouwen die in de jaren 70, 80 en 90 het licht zagen zoals bijvoorbeeld het Sheraton hotel aan het Rogierplein, de Philips Tower aan de Brouckère, het Europees Parlement, de KBC gebouwen aan de Havenlaan, WTC in de Noordwijk, het voormalige Royale Belge-gebouw in Watermaal, etc.

Ook in andere Europese steden beroert de vraag naar behoud of vernieuwing de gemoederen. Palast der Republik (Berlijn), Tour Montparnasse (Parijs), Robin Hood Gardens (Londen), DeFlat Kleiburg (Bijlmermeer, Amsterdam) zijn spraakmakende voorbeelden maar natuurlijk qua schaal en context niet zomaar met Brussel te vergelijken.

PERSOVERZICHT:

De essentie van het debat behelst de vraag of het verdedigbaar is deze gebouwen te slopen om plaats te maken voor nieuwbouwprojecten. Het spreekt voor zich dat het antwoord op deze vraag niet éénduidig is en dat er voor elk gebouw een eigen argumentatie te maken is. De bouwmeester blijft in deze discussie natuurlijk niet langs de zijlijn staan. Bij verschillende wedstrijden is de keuze voor behoud of afbraak al meermaals genomen. Het team van de Brusselse bouwmeester wil de beginnende discussie nu aangrijpen om een aantal ijkpunten vast te leggen in het debat om in de toekomst met meer kennis van zaken de kwestie van afbraak of hergebruik te kunnen tackelen.

De discussie rond sloop of hergebruik staat natuurlijk niet op zichzelf. Binnen het Plan Canal stelt zich eveneens de vraag naar de waarde van het industrieel patrimonium als bouwsteen of obstakel voor de herontwikkeling van de kanaalwijken. Maar in het debat dat recent is opgestart komen ook andere en nieuwe belangrijke vragen over actuele stadsontwikkeling in Brussel bijeen: verandering in de aanpak van grootschalige vastgoedontwikkeling, stedelijkheid en mixiteit, de waarde van laat-modernistische of postmoderne architectuur. Het zijn thema’s die nog niet geconsolideerd zijn en waarop de bouwmeester de komende maanden op diverse manieren zal inzetten om bij te dragen aan actie en reflectie.