Het voorstel van FBAA en MDW, voor de herbestemming van een kantoorgebouw naar woningen in het hart van de Europese wijk, benadrukt een doordachte en gerichte benadering. De interventies worden beperkt tot diegene die een belangrijke stedelijke en ruimtelijke impact hebben voor het project. De aanpak is respectvol ten opzichte van het bestaande en getuigt van een grondige overweging van de woonkwaliteit en de leefomgeving, wat uiteindelijk het wonen voor gezinnen in deze wijk zal bevorderen.

Twee volumetrische ingrepen worden voorgesteld. De eerste verbetert de relatie met het Luxemburgplein. De duidelijke terugtrekking van het volume voorkomt een trapvormige achteruitgang en maakt het mogelijk een nieuwe gevel te creëren die naar het plein is gericht. De tweede ingreep betreft de vermindering van de dikte van het gebouw aan de Troonstraat, waardoor de plaatsing van hoogwaardige doorzonwoningen mogelijk wordt. De voorgestelde aanpak voor de gevels onthult de ruwe bestaande structuur. De nieuwe gevels worden op dezelfde manier behandeld, met een subtiele tintnuance die de wijzigingen markeert.

Op de begane grond zorgt een uitlijning van de gevel voor de verwijdering van de bestaande galerij. Deze keuze draagt bij aan een betere aansluiting in de context, door een continuïteit, een verhoogde zichtbaarheid van het programma-aanbod en een duidelijke adressering te bieden. De programmering van de plint is gevarieerd en flexibel, met verschillende scenario’s die worden voorgesteld. Duplexwoningen vullen de programmering op de begane grond aan en bieden een mooie relatie met de tuin. De landschapsbehandeling biedt een leefbare tuin voor de bewoners, zorgt voor het beheer van het regenwater op het terrein en draagt bij aan de creatie van een koele oase.

De woningen aan de Luxemburgstraat hebben weer een bewoonbare diepte, profiteren van een dubbele oriëntatie (noord-zuid) en beschikken over een loggia aan de zuidkant die als bioklimatische ruimte fungeert. De woningen aan de Marie de Bourgognestraat, op de verdiepingen +2, +3 en +4, zijn mono-georiënteerd en vertonen een opmerkelijke ruimtelijke organisatie. Ze beschikken over een brede gevel en een geoptimaliseerde diepte dankzij een dikte die is toegewezen aan de toegangen, de bergingen en de sanitaire voorzieningen. Deze configuratie maakt het mogelijk de diepte van de ruimtes te verminderen, terwijl de woon- en slaapruimtes op zo’n manier worden gepositioneerd dat ze de relatie met de loggia maximaliseren en de natuurlijke lichtinval bevorderen. Bovendien bieden de plannen een grote flexibiliteit en aanpasbaarheid om de typologieën te variëren of zich gemakkelijk aan te passen aan verschillende gebruiksmogelijkheden.